Nu we bijna weer terug in Nederland zijn is het tijd om alle mooie momenten van onze reis nog eens de revue te laten passeren. Uiteraard zijn dat teveel mooie dingen om allemaal op te noemen, maar voor alle reizigers onder onze blog-lezers willen we de absolute toppers van deze reis niet onthouden :-)
Overigens is alles gerangschikt in de volgorde van onze reisroute, niet op voorkeur.
De mooiste natuur
De leukste steden
De beste tropische stranden
De gaafste ervaringen
De coolste dieren
De mooiste tempels
Het lekkerste eten
Naast deze lijst met toppers die we iedereen kunnen aanraden, zijn er uiteraard ook wat floppers die zeker niet voor herhaling vatbaar zijn! Hier een korte opsomming ervan:
1. Swakopmund (Namibië): het lijkt erop alsof het stadje Swakopmund een hele goede marketeer heeft aangenomen, die tot doel heeft gesteld om de plek te promoten als HET adrenaline-centrum van de regio met activiteiten als parachutespringen, sandboarden etc. Op ons kwam het eerder over als een stad waar bejaarde Duitsers naartoe gaan om hun laatste levensjaren door te brengen...
2. Zuid-Afrika en Mozambique in het hoogseizoen: niet alleen is het lastig om in de maanden december en januari een slaapplek te vinden zonder vooraf te hebben gereserveerd, maar alle prijzen gaan ook nog eens 3x over de kop! De overheid van Mozambique besloot de situatie nog even verder uit te melken door de prijs van de visa voor de maand december te verhogen van $25 naar $81!
3. Stranden van Thailand in het hoogseizoen: van het hoogseizoen in Zuid-Afrika vlogen we naar het hoogseizoen in Thailand, alwaar wij van de mooie stranden zouden gaan genieten. Genieten hebben we uiteraard gedaan, maar of de stranden een beetje mooi zijn dat kon je niet echt zien door de enorme hoeveelheden toeristen die erop zitten in de maand januari (ja, een beetje research vooraf had geen kwaad gekund). Met het snorkelen zie je wel veel leuke vissen (nemo!) maar het koraal is helaas compleet verbleekt.
4. Sabah (Maleisië): we hebben in Sabah natuurlijk een wilde orang-oetan gezien, dus we mogen er niet teveel over klagen. Maar buiten de fantastische apen die Sabah rijk is, is het wel een beetje Disneyland in de jungle met aangeharkt bos en nette asfaltpaadjes in de jungle. Niet helemaal ons ding!
5. De lokale mensen van Vietnam: we dachten eerst nog dat het aan ons lag, maar vrijwel alle reizigers die we tegenkwamen ondervonden hetzelfde: de mensen van Vietnam zijn niet leuk! Het komt waarschijnlijk doordat jarenlang een officieel dubbele-prijssysteem is gehanteerd, waarbij buitenlanders overal meer voor moesten betalen dan de lokale mensen. Inmiddels is dat systeem al jaren afgeschaft, maar dat neemt niet weg dat vrijwel alle Vietnamezen met een enorme gretigheid en sluwheid op je geld azen en daardoor minder vriendelijk overkomen dan ze het waarschijnlijk daadwerkelijk zijn. Zonde, want verder is het een mooi land.
Samen op de wereld
Sandra en Bas 12 maanden op reis door Afrika en Azie
De Transsiberië-express
Het is misschien een beetje lastig om voor te stellen, maar we zijn ondertussen gewoon alweer bijna thuis. Gisterochtend staken we per trein de grens van Europa en Azië over. Nog even en we zijn gewoon weer waar we begonnen, in Rotterdam.
Maar niet getreurd, zo ver zijn we nog niet. We hebben nog wel wat kilometers af te leggen. Het meeste daarvan gebeurt per trein. Zo hebben we China en Mongolië al per trein doorgereisd en daarmee dus al het grootste gedeelte van de Transsiberië-express achter de rug. In totaal meer dan 13.000 kilometer. En ik moet eerlijk bekennen, de Transsiberië-express klinkt magischer dan dat het in feite is. Het is namelijk vooral een zaak van op je bed liggen, boekje lezen en vooral: wachten. Wachten op de trein, wachten op het wisselen van de onderstellen (omdat de Russen persé een andere spoorbreedte wilden dan de rest van de wereld), wachten totdat de restauratie-wagen open gaat, wachten totdat het toilet niet bezet is, wachten totdat de eerste Rus dronken door de coupé waggelt. En in ons geval, wachten totdat de immigratietoestanden afgehandeld zijn als je bij een grens komt. En dat kan zo maar drie uur duren.
En alhoewel wachten niet één van mijn grootste hobby's is, is het niet saai. De trein is meestal wel prima om even te bekijken, zowel van binnen als buiten. En ook de stations zijn af en toe voorzien van bijzondere monumenten of gedenktekens.
Daarbij zijn de Russen best een leuk volk, mits je even door die stugge buitenkant heen komt. En het is een volk met tradities. Zo hebben we de eerste nacht in de trein kennis gemaakt met de Russische manier van drinken. "Tot je er bij neervalt" is hier het gangbare motto. Het betrof een drietal Russische mannen in de bedden naast ons. Na een staarwedstrijd van een half uur en een paar zinnen in het Russisch en het Nederlands waren we ineens vrienden. Zo werd ineens aan mij gevraagd of ze Sandra een stukje chocolade mochten geven (vrouwen worden hier nog steeds aangeduid als het zwakke geslacht). En, voor wat hoort wat natuurlijk. Gelukkig had ik in een supermarkt in Beijing het drankvak eens goed onderzocht, speciaal voor dit soort gelegenheden. Het leek mij dan ook een goed idee om onze Chinese wijn aan de heren uit te delen. Een uurtje nadat het flesje van een halve liter (43% à 75 hele eurocenten) weg was getikt begonnen de eerste zweetdruppels op het voorhoofd van één van de Russen te verschijnen. De rest van de avond en nacht heeft de beste man vooral heen en weer gependeld naar het toilet om over te geven. Blijkbaar gaat Chinese wijn niet zo goed samen met de hoeveelheid Russisch bier die hij al op had. Maar, vrienden waren we wel.
Maar, de charme van Rusland is natuurlijk vooral buiten de trein te vinden. Bijvoorbeeld bij alle kerken, met hun uienkoepels en net iets andere kruizen. Of bij het Baikalmeer, het diepste meer van de wereld. Dat het het diepste meer is, is te voelen aan de temperatuur. Die komt in de zomer niet boven de 15 graden uit. Zowel San als ik hebben het baden maar beperkt tot de voeten, koukleumen dat we zijn geworden dit jaar.
Zoals ik al zei, we zijn al bijna thuis. Gelukkig staan nog een paar pareltjes op het programma. Om te beginnen, Moskou. Maar daarover een volgende keer meer....
Maar niet getreurd, zo ver zijn we nog niet. We hebben nog wel wat kilometers af te leggen. Het meeste daarvan gebeurt per trein. Zo hebben we China en Mongolië al per trein doorgereisd en daarmee dus al het grootste gedeelte van de Transsiberië-express achter de rug. In totaal meer dan 13.000 kilometer. En ik moet eerlijk bekennen, de Transsiberië-express klinkt magischer dan dat het in feite is. Het is namelijk vooral een zaak van op je bed liggen, boekje lezen en vooral: wachten. Wachten op de trein, wachten op het wisselen van de onderstellen (omdat de Russen persé een andere spoorbreedte wilden dan de rest van de wereld), wachten totdat de restauratie-wagen open gaat, wachten totdat het toilet niet bezet is, wachten totdat de eerste Rus dronken door de coupé waggelt. En in ons geval, wachten totdat de immigratietoestanden afgehandeld zijn als je bij een grens komt. En dat kan zo maar drie uur duren.
En alhoewel wachten niet één van mijn grootste hobby's is, is het niet saai. De trein is meestal wel prima om even te bekijken, zowel van binnen als buiten. En ook de stations zijn af en toe voorzien van bijzondere monumenten of gedenktekens.
Daarbij zijn de Russen best een leuk volk, mits je even door die stugge buitenkant heen komt. En het is een volk met tradities. Zo hebben we de eerste nacht in de trein kennis gemaakt met de Russische manier van drinken. "Tot je er bij neervalt" is hier het gangbare motto. Het betrof een drietal Russische mannen in de bedden naast ons. Na een staarwedstrijd van een half uur en een paar zinnen in het Russisch en het Nederlands waren we ineens vrienden. Zo werd ineens aan mij gevraagd of ze Sandra een stukje chocolade mochten geven (vrouwen worden hier nog steeds aangeduid als het zwakke geslacht). En, voor wat hoort wat natuurlijk. Gelukkig had ik in een supermarkt in Beijing het drankvak eens goed onderzocht, speciaal voor dit soort gelegenheden. Het leek mij dan ook een goed idee om onze Chinese wijn aan de heren uit te delen. Een uurtje nadat het flesje van een halve liter (43% à 75 hele eurocenten) weg was getikt begonnen de eerste zweetdruppels op het voorhoofd van één van de Russen te verschijnen. De rest van de avond en nacht heeft de beste man vooral heen en weer gependeld naar het toilet om over te geven. Blijkbaar gaat Chinese wijn niet zo goed samen met de hoeveelheid Russisch bier die hij al op had. Maar, vrienden waren we wel.
Maar, de charme van Rusland is natuurlijk vooral buiten de trein te vinden. Bijvoorbeeld bij alle kerken, met hun uienkoepels en net iets andere kruizen. Of bij het Baikalmeer, het diepste meer van de wereld. Dat het het diepste meer is, is te voelen aan de temperatuur. Die komt in de zomer niet boven de 15 graden uit. Zowel San als ik hebben het baden maar beperkt tot de voeten, koukleumen dat we zijn geworden dit jaar.
Zoals ik al zei, we zijn al bijna thuis. Gelukkig staan nog een paar pareltjes op het programma. Om te beginnen, Moskou. Maar daarover een volgende keer meer....
Gobi
De Gobi is iets wat wij in Nederland kennen als de grote zandbak-woestijn van Mongolië. Echter, eenmaal aangekomen in Mongolië blijkt dat helemaal niet zo te zijn. Zo bedoelen de locals met de term Gobi de steppe die zo ongeveer geheel zuid-Mongolië beslaat. Maar, ongeacht de definitie die je eraan hangt, het blijft een klein woord voor een heel groot gebied met niks.
De afgelopen 9 dagen zijn we door de Gobi getrokken met onze eigen Russische bus, die door ons werd omgedoopt tot 'Boris'. En het was nou niet echt de meest comfortabele tocht van deze reis te noemen! Er zijn vrijwel geen geasfalteerde wegen en los daarvan had onze chauffeur sowieso al een grote voorkeur voor de meeste onmogelijke routes door de vlakte. Wij hobbelden dus vrolijk in onze Boris-bus van de ene naar de andere kant, waarbij we soms zelfs loskwamen van onze stoelen. Gelukkig was zelfs het dak van Boris gepolsterd, zodat al te grote hobbels niet in een hersenschudding eindigden.
Comfortabel waren onze slaapplekken ook niet echt, want we sliepen heel cultureel verantwoord in ger-tenten bij lokale nomade gezinnen. Op zich heel erg leuk om een glimp mee te krijgen van dit boeiende bestaan. Echter bij gebrek aan een Ikea in de Mongoolse steppe sliepen we in een bed dat ofwel zo hard was als een houten plank, of zo slap geveerd dat je in een perfecte boog met je kont op de grond lag. Toiletten bij de ger's zijn een gat in de grond met een afdakje erboven. En de rest van de dag plas je gewoon midden in de natuur. Op zich geen probleem natuurlijk, totdat er ineens een ruiter op zijn paard naast je staat terwijl je net discreet achter een heuveltje zit te plassen!
Maar, buiten al dit afzien vonden we het echt fantastisch in de Gobi!! De natuur is namelijk heel erg mooi en verrassend veelzijdig voor een grote steppe. Het ging van dorre kiezelgronden naar groene bergen en van grote zandduinen naar watervallen en een ijsvallei. En met het veranderen van de natuur, veranderde ook het klimaat per dag. De ene dag stonden we te zweten in ons t-shirt en de volgende dag bevroren we bijna in onze ger. Dat dan wel weer bij een vrijwel altijd felblauwe hemel! En omdat het land zo groot is en er zo weinig mensen wonen, is het er ook nog erg leeg en onbedorven.
Er leven ook enorm veel dieren, die zich blijkbaar niks aantrekken van het extreme klimaat (in de winter kan het hier -50 graden worden, ik zou echt doodgaan!). De leukste dieren vonden wij toch wel de kamelen (hilarische bekken!) en de yaks. Vooral de baby-yaks zijn echt kleine schattige pluizenbollen die achter hun moeders aanhuppelen. Bas heeft het nog aangedurfd om op een paard te rijden, maar ook het paard had door dat er geen chemie was en Bas snotterde door zijn allergie vervolgens nog 2 dagen na. Ikzelf was ook wat minder enthousiast over het paardrijden, want mijn paard werd strak aan de teugels gehouden door de nomadenman die ons begeleide. Paardrijden is voor mannen, dus als vrouw kun je dat natuurlijk niet zonder begeleiding!
Inmiddels zijn we terug in Ulaanbaatar en genieten we hier van het Nadaam festival (het jaarlijkse festival met traditionele Mongoolse sporten als paardenrennen en worstelen). We hebben hier tijdens onze Gobi tocht al een voorproefje van gezien in een klein dorpje, waar we met de lokale worstelheld op de foto mochten (ik met brede glimlach, Bas net iets minder....). En verder genieten we hier met name van alle Westerse restaurants, want ook de Mongoolse keuken was wel een beetje afzien. Thee met zoute paardenmelk is met een beetje goede wil nog wel te doen, maar van bijvoorbeeld de ingedroogde yak-yoghurt-koeken werden we toch wat minder enthousiast. En gek genoeg ga je na 4 dagen lunch en diner op basis van aardappel, peen en ui ineens dromen over pizza en patatjes speciaal....
De afgelopen 9 dagen zijn we door de Gobi getrokken met onze eigen Russische bus, die door ons werd omgedoopt tot 'Boris'. En het was nou niet echt de meest comfortabele tocht van deze reis te noemen! Er zijn vrijwel geen geasfalteerde wegen en los daarvan had onze chauffeur sowieso al een grote voorkeur voor de meeste onmogelijke routes door de vlakte. Wij hobbelden dus vrolijk in onze Boris-bus van de ene naar de andere kant, waarbij we soms zelfs loskwamen van onze stoelen. Gelukkig was zelfs het dak van Boris gepolsterd, zodat al te grote hobbels niet in een hersenschudding eindigden.
Comfortabel waren onze slaapplekken ook niet echt, want we sliepen heel cultureel verantwoord in ger-tenten bij lokale nomade gezinnen. Op zich heel erg leuk om een glimp mee te krijgen van dit boeiende bestaan. Echter bij gebrek aan een Ikea in de Mongoolse steppe sliepen we in een bed dat ofwel zo hard was als een houten plank, of zo slap geveerd dat je in een perfecte boog met je kont op de grond lag. Toiletten bij de ger's zijn een gat in de grond met een afdakje erboven. En de rest van de dag plas je gewoon midden in de natuur. Op zich geen probleem natuurlijk, totdat er ineens een ruiter op zijn paard naast je staat terwijl je net discreet achter een heuveltje zit te plassen!
Maar, buiten al dit afzien vonden we het echt fantastisch in de Gobi!! De natuur is namelijk heel erg mooi en verrassend veelzijdig voor een grote steppe. Het ging van dorre kiezelgronden naar groene bergen en van grote zandduinen naar watervallen en een ijsvallei. En met het veranderen van de natuur, veranderde ook het klimaat per dag. De ene dag stonden we te zweten in ons t-shirt en de volgende dag bevroren we bijna in onze ger. Dat dan wel weer bij een vrijwel altijd felblauwe hemel! En omdat het land zo groot is en er zo weinig mensen wonen, is het er ook nog erg leeg en onbedorven.
Er leven ook enorm veel dieren, die zich blijkbaar niks aantrekken van het extreme klimaat (in de winter kan het hier -50 graden worden, ik zou echt doodgaan!). De leukste dieren vonden wij toch wel de kamelen (hilarische bekken!) en de yaks. Vooral de baby-yaks zijn echt kleine schattige pluizenbollen die achter hun moeders aanhuppelen. Bas heeft het nog aangedurfd om op een paard te rijden, maar ook het paard had door dat er geen chemie was en Bas snotterde door zijn allergie vervolgens nog 2 dagen na. Ikzelf was ook wat minder enthousiast over het paardrijden, want mijn paard werd strak aan de teugels gehouden door de nomadenman die ons begeleide. Paardrijden is voor mannen, dus als vrouw kun je dat natuurlijk niet zonder begeleiding!
Inmiddels zijn we terug in Ulaanbaatar en genieten we hier van het Nadaam festival (het jaarlijkse festival met traditionele Mongoolse sporten als paardenrennen en worstelen). We hebben hier tijdens onze Gobi tocht al een voorproefje van gezien in een klein dorpje, waar we met de lokale worstelheld op de foto mochten (ik met brede glimlach, Bas net iets minder....). En verder genieten we hier met name van alle Westerse restaurants, want ook de Mongoolse keuken was wel een beetje afzien. Thee met zoute paardenmelk is met een beetje goede wil nog wel te doen, maar van bijvoorbeeld de ingedroogde yak-yoghurt-koeken werden we toch wat minder enthousiast. En gek genoeg ga je na 4 dagen lunch en diner op basis van aardappel, peen en ui ineens dromen over pizza en patatjes speciaal....
Familie, vrienden en heel veel andere mensen
Voor langere tijd de wijde wereld in te trekken is echt een waanzinnige ervaring! De ervaring van de ultieme vrijheid, de wereld ontdekken en elke dag nieuwe avonturen is met niks te vergelijken en we genieten er dan ook mateloos van. En tegenwoordig is het op zo'n reis ook rete-eenvoudig om contact te houden met het thuisfront. In Afrika was het nog een beetje zoeken naar werkende internet-verbindingen, maar in Zuid-Oost Azië was het een waar wifi-paradijs, waar zelfs de lokale kappers en supermarkten aan meedoen. En al dat mailen en skypen compenseert weer een beetje het feit dat we tot 2 keer toe onze mobiele telefoon zijn kwijtgeraakt (oeps!). Want eigenlijk vinden we het wel gezellig, al die mailtjes, berichtjes en telefoontjes van familie en vrienden. En zo blijven we tenminste nog een beetje op de hoogte van de laatste nieuwtjes, zodat we straks weer moeiteloos kunnen re-integreren!
Wat helemaal gezellig was dat we onderweg nog wat bezoek kregen. Zo kwam vriendinnetje Jules met ons de stranden van Thailand onveilig maken. En kwamen mijn ouders op bezoek in Indonesië, waar we heerlijk werden meegenomen op rondreis door Java en Bali. En straks aan het einde van onze reis worden wij in Oostenrijk opgewacht door de ouders van Bas en natuurlijk onze vrienden die daar gaan trouwen!
En bij gebrek aan vrienden van thuis hebben we op reis ook maar wat nieuwe vrienden gemaakt :-) Zo reisden we in Malawi ineens een tijdje met twee Britse stellen rond, waardoor gek genoeg ook onze hoeveelheid biertjes in de bar drastisch toenam. En omdat het zo gezellig was reisden we uiteindelijk bijna 2 maanden samen met 2 van de Britten. Grappig ook dat beide Britse heren hun vriendin tijdens het vervolg van hun reis ook ten huwelijk hebben gevraagd, we hebben vast een goede invloed op ze gehad!
In Azië bleken vervolgens een heel stuk meer blanke toeristen rond te reizen dan in Afrika. Midden in het hoogseizoen op de Thaise stranden belanden na 4,5 maand rondreizen in Afrika is wel een soort cultuurshock te noemen. Je zou zeggen dat je er dan ook makkelijk nieuwe vrienden maakt, maar we kunnen uit ervaring melden dat het niet meevalt om de leuke mensen te spotten tussen de bergen dronken klapmongolen die er rondlopen. Zo was er de stomdronken Brit die het een goed idee vond om op het dak van de boot te klimmen en vervolgens met tas en al te water ging (noot: het was 10:30 in de ochtend). En stond zijn dronken vriendin er met een imposante bierbuik en gekleed in BH en minirok gezellig bij te kijken. Er was ook de Nederlander (schaam!) die op reis ging naar Nieuw-Zeeland, omdat hij graag Australië wilde zien en dus een ticket naar Auckland had gekocht. En dan had je nog die groep vrienden die concludeerde dat als het bier in de kroeg net zo duur was als in de supermarkt, dat het land dan wel communistisch moest zijn. Om even een paar voorbeelden te noemen....
Gelukkig kwamen we in Azië ook een aantal echt leuke mensen tegen om menige reis en avond in de kroeg mee te delen en dat deden we dan ook graag!
Inmiddels hebben we Zuid-Oost Azië weer verlaten en zijn we China in gegaan. De eerste stop was Hong Kong, waar we onze Britse vrienden uit Afrika weer ontmoetten. Na deze fijne reünie waren we weer op onszelf aangewezen, want andere toeristen zijn er niet zoveel te vinden. Ook de klapmongool-clan van Zuid-Oost Azië is hier ineens nergens meer te bekennen, terwijl het bierprijs-technisch toch communistisch genoeg is zou je zeggen. Eigenlijk is het wel heel fijn, want we waren de enorme hordes toeristen wel een beetje zat. En echt alleen zijn we hier niet echt, zo tussen de miljarden Chinezen. Het gebrek aan westerse toeristen wordt ruimschoots goedgemaakt door de waanzinnige aantallen Chinese toeristen. Voorafgegaan door een gids met microfoon, fluit, vlag en een tas ter grootte van hemzelf denderen grote groepen Chinezen langs alle bekende attracties van het land. Ga niet in het pad staan van de voortdenderende groep want dat is als overreden worden door een Chinese kogeltrein (hier spreekt ervaring).
Gelukkig worden we ook vaak zat wel opgemerkt, met als gevolg dat we inmiddels onderdeel uitmaken van menig Chinees fotoboek. Waarschijnlijk niet altijd in even charmante pose, want het maakt de meeste Chinezen niet uit of we überhaupt doorhebben dat de foto wordt gemaakt. Ach ja, wij hebben ongetwijfeld alvast onze '15 minutes of fame' te pakken, al is het maar in een Chinees fotoboek!
Wat helemaal gezellig was dat we onderweg nog wat bezoek kregen. Zo kwam vriendinnetje Jules met ons de stranden van Thailand onveilig maken. En kwamen mijn ouders op bezoek in Indonesië, waar we heerlijk werden meegenomen op rondreis door Java en Bali. En straks aan het einde van onze reis worden wij in Oostenrijk opgewacht door de ouders van Bas en natuurlijk onze vrienden die daar gaan trouwen!
En bij gebrek aan vrienden van thuis hebben we op reis ook maar wat nieuwe vrienden gemaakt :-) Zo reisden we in Malawi ineens een tijdje met twee Britse stellen rond, waardoor gek genoeg ook onze hoeveelheid biertjes in de bar drastisch toenam. En omdat het zo gezellig was reisden we uiteindelijk bijna 2 maanden samen met 2 van de Britten. Grappig ook dat beide Britse heren hun vriendin tijdens het vervolg van hun reis ook ten huwelijk hebben gevraagd, we hebben vast een goede invloed op ze gehad!
In Azië bleken vervolgens een heel stuk meer blanke toeristen rond te reizen dan in Afrika. Midden in het hoogseizoen op de Thaise stranden belanden na 4,5 maand rondreizen in Afrika is wel een soort cultuurshock te noemen. Je zou zeggen dat je er dan ook makkelijk nieuwe vrienden maakt, maar we kunnen uit ervaring melden dat het niet meevalt om de leuke mensen te spotten tussen de bergen dronken klapmongolen die er rondlopen. Zo was er de stomdronken Brit die het een goed idee vond om op het dak van de boot te klimmen en vervolgens met tas en al te water ging (noot: het was 10:30 in de ochtend). En stond zijn dronken vriendin er met een imposante bierbuik en gekleed in BH en minirok gezellig bij te kijken. Er was ook de Nederlander (schaam!) die op reis ging naar Nieuw-Zeeland, omdat hij graag Australië wilde zien en dus een ticket naar Auckland had gekocht. En dan had je nog die groep vrienden die concludeerde dat als het bier in de kroeg net zo duur was als in de supermarkt, dat het land dan wel communistisch moest zijn. Om even een paar voorbeelden te noemen....
Gelukkig kwamen we in Azië ook een aantal echt leuke mensen tegen om menige reis en avond in de kroeg mee te delen en dat deden we dan ook graag!
Inmiddels hebben we Zuid-Oost Azië weer verlaten en zijn we China in gegaan. De eerste stop was Hong Kong, waar we onze Britse vrienden uit Afrika weer ontmoetten. Na deze fijne reünie waren we weer op onszelf aangewezen, want andere toeristen zijn er niet zoveel te vinden. Ook de klapmongool-clan van Zuid-Oost Azië is hier ineens nergens meer te bekennen, terwijl het bierprijs-technisch toch communistisch genoeg is zou je zeggen. Eigenlijk is het wel heel fijn, want we waren de enorme hordes toeristen wel een beetje zat. En echt alleen zijn we hier niet echt, zo tussen de miljarden Chinezen. Het gebrek aan westerse toeristen wordt ruimschoots goedgemaakt door de waanzinnige aantallen Chinese toeristen. Voorafgegaan door een gids met microfoon, fluit, vlag en een tas ter grootte van hemzelf denderen grote groepen Chinezen langs alle bekende attracties van het land. Ga niet in het pad staan van de voortdenderende groep want dat is als overreden worden door een Chinese kogeltrein (hier spreekt ervaring).
Gelukkig worden we ook vaak zat wel opgemerkt, met als gevolg dat we inmiddels onderdeel uitmaken van menig Chinees fotoboek. Waarschijnlijk niet altijd in even charmante pose, want het maakt de meeste Chinezen niet uit of we überhaupt doorhebben dat de foto wordt gemaakt. Ach ja, wij hebben ongetwijfeld alvast onze '15 minutes of fame' te pakken, al is het maar in een Chinees fotoboek!